Gevraagd — 3500 hulppioniers

Kun jij in maart pionieren? In april? In mei?

¹ „Gevraagd 1000 predikers” was de titel van een artikel in de Watch Tower van april 1881. Het bevatte een oproep tot alle opgedragen mannen en vrouwen, „aan wie de Heer een kennis van Zijn waarheid heeft toevertrouwd”, om zoveel tijd als zij konden aan het verbreiden van de bijbelse waarheid te besteden. Zij die de helft of meer van hun tijd uitsluitend aan het werk van de Heer konden geven, werden aangemoedigd zich als colporteur-evangeliepredikers op te geven — de voorlopers van de hedendaagse pioniers.

² Hoewel de tijden sinds de negentiende eeuw zijn veranderd, blijft één ding hetzelfde — Gods opgedragen dienstknechten willen nog steeds zoveel mogelijk tijd aan het verbreiden van het goede nieuws besteden. Door als hulppionier te dienen, zijn gemeenteverkondigers in staat hun doeltreffendheid te verbeteren, aangezien zij extra tijd in de Koninkrijksbediening doorbrengen. — Kol. 4:17; 2 Tim. 4:5.

³ Sinds de hulppioniersdienst in het leven is geroepen, hebben honderdduizenden broeders en zusters er een aandeel aan gehad. Het enthousiasme voor deze tak van de pioniersdienst werd zo groot dat er in april 1985 in Nederland een hoogtepunt van meer dan 3300 hulppioniers werd bereikt! Later, in april 1992, hadden zelfs 3699 verkondigers een aandeel aan de hulppioniersdienst. De mogelijkheid om een dergelijke schitterende prestatie in het voorjaar van 1997 te herhalen, is beslist aanwezig.

⁴ Wij moedigen je aan je ten doel te stellen om een of meer van de maanden maart, april en mei in de hulppioniersdienst te gaan. Waarom ook in maart? Omdat de Gedachtenisviering van Christus’ dood dit jaar op zondag 23 maart valt. Wij kunnen de weken voorafgaande aan de Gedachtenisviering niet beter besteden dan door ijverig deel te nemen aan de Koninkrijksprediking, die door onze Heer en Redder, Jezus Christus, is ingesteld. Wanneer wij in maart op grote schaal getuigenis geven, kunnen wij veel geïnteresseerden uitnodigen om Christus’ dood samen met ons te gedenken. De maand maart zal ook in die zin bijzonder zijn dat wij voor het eerst het nieuwe boek, Het geheim van gezinsgeluk, zullen aanbieden. Bovendien heeft de maand maart vijf zaterdagen en vijf zondagen, waardoor intensieve velddienstactiviteit in het weekend mogelijk is. Natuurlijk zullen wij door ons ook in de maanden april en mei ijverig in de bediening in te spannen, de gevonden belangstelling kunnen nagaan en nieuwe huisbijbelstudies kunnen oprichten met gebruikmaking van de brochure Wat verlangt God van ons? Wij zullen tevens, vooral in het weekend, ons gebied grondig bewerken met de lopende actuele uitgaven van De Wachttoren en Ontwaakt!

⁵ Wie komen voor de hulppioniersdienst in aanmerking?: In Georganiseerd om onze bediening te volbrengen staat op blz. 116: „In welke persoonlijke omstandigheden je ook verkeert, als je gedoopt bent, in moreel opzicht een goede reputatie geniet, het zo kunt regelen dat je kunt voldoen aan het vereiste om 60 uur per maand aan de velddienst te besteden en van mening bent dat je één of meer maanden als hulppionier dienst kunt verrichten, zullen de ouderlingen van de gemeente je aanvraag voor dit dienstvoorrecht graag willen beschouwen.” Kun je in maart, april en/of mei plaats maken voor dit voorrecht?

⁶ Een positieve houding van het lichaam van ouderlingen, samen met de onverdeelde steun van de overige verkondigers, zal de reactie op deze oproep voor 3500 hulppioniers tot een geweldig succes maken (Hebr. 13:7). Alle gezinshoofden worden aangemoedigd na te gaan hoeveel leden van hun gezin zich gedurende een of meer van de komende maanden bij de gelederen van de hulppioniers kunnen voegen. — Ps. 148:12, 13; vergelijk Handelingen 21:8, 9.

⁷ Trek niet al te snel de conclusie dat de hulppioniersdienst niet haalbaar voor je is vanwege je full-time wereldse baan, je lesrooster, je gezinsverantwoordelijkheden of andere schriftuurlijke verplichtingen. Voor sommigen is het wellicht niet gemakkelijk om in de hulppioniersdienst te staan; toch kunnen zij er door een goede organisatie en met Jehovah’s zegen in slagen (Ps. 37:5; Spr. 16:3). Laat het verlangen om een aandeel aan de pioniersdienst te hebben je omstandigheden overheersen, en niet andersom (Spr. 13:19a). Daarom kunnen velen, doordat zij een sterke liefde voor Jehovah en voor hun medemensen bezitten, hun wekelijkse routine zo aanpassen dat zij een maand lang meer in de bediening kunnen doen (Luk. 10:27, 28). Er zijn veel zegeningen weggelegd voor degenen die zich krachtig inspannen in de Koninkrijksdienst. — 1 Tim. 4:10.

⁸ Wat er door de hulppioniersdienst tot stand wordt gebracht: De inspanning die duizenden dienstknechten van God van ganser harte in het werk stellen om in de hulppioniersdienst te staan, heeft een grote lofzang voor Jehovah tot gevolg. Terwijl deze Koninkrijksverkondigers zich inspannen om het goede nieuws met meer mensen te delen, krijgen zij persoonlijk een hechtere band met Jehovah omdat zij leren zich meer op hem te verlaten om zijn geest en zegen te ontvangen.

⁹ De aanwezigheid van hulp-, gewone en speciale pioniers in ons midden brengt een frisse, bruisende geest in de gemeente. Hun enthousiasme is aanstekelijk omdat zij over hun velddienstervaringen praten. Dit zet anderen ertoe aan hun eigen prioriteiten en hun mogelijkheden om een groter aandeel te hebben aan de uiterst belangrijke bediening nog eens onder de loep te nemen. Een zuster die op zeventigjarige leeftijd werd gedoopt, ging meteen in de vaste hulppioniersdienst. Toen haar een paar jaar later werd gevraagd waarom zij zich op haar leeftijd nog steeds als hulppionierster elke maand zo krachtig in de bediening inspande, zei ze het gevoel te hebben dat de eerste zeventig jaar van haar leven weggegooid waren, en zij wilde geen van de jaren die haar nog restten, verspillen!

¹⁰ Iedere hulppionier ontwikkelt een grotere vaardigheid in de bediening. Een jonge Getuige gaf toe: ’Als klein kind vergezelde ik mijn ouders in hun predikingsactiviteiten. De velddienst was echt leuk. Maar na verloop van tijd drong het tot me door dat ik op school een buitenbeentje was. Toen begon ik het vervelend te vinden met medeleerlingen over de waarheid te spreken. Bij het prediken van huis tot huis begon ik bang te worden bij de gedachte iemand die ik van school kende, tegen te komen. Ik denk dat in mijn geval mensenvrees het probleem was. Na mijn schooltijd besloot ik te proberen op een tijdelijke basis te pionieren. Als gevolg daarvan kreeg de prediking een aantrekkingskracht die ze voordien nooit had gehad. Ik beschouwde het niet langer als een leuk tijdverdrijf en het was ook geen zware last. Wanneer ik degenen met wie ik de bijbel bestudeerde, vorderingen in de waarheid zag maken, voelde ik diepe voldoening omdat dit er een bewijs van vormde dat Jehovah God mijn krachtsinspanningen ondersteunde.’ Deze jongere ging vervolgens als gewone pionier dienen.

¹¹ Vanuit praktisch oogpunt is het zo dat wanneer velen in de gemeente als hulppionier dienen, het gebied grondig wordt bewerkt. De broeder die de gebieden toewijst, kan de hulppioniers om assistentie vragen bij het zorg dragen voor zelden bewerkte gebieden. Door een lunchpakket mee te nemen en een hele dag in de dienst door te brengen, zal het mogelijk zijn om zelfs de uithoeken van het gebied te bewerken.

¹² Ouderlingen moeten voorbereidingen treffen: De komende drie maanden dienen er regelingen te worden getroffen om verschillende soorten getuigenisactiviteit op diverse tijdstippen van de week te plannen, waaronder laat in de middag of vroeg in de avond, zodat zoveel mogelijk verkondigers eraan kunnen deelnemen. Tref naast het gewone van-huis-tot-huiswerk ook regelingen voor straatgetuigenis, het bewerken van zakengebied en het bezoeken van afwezigen. Hierdoor helpen ouderlingen de pioniers om met de gemeente in de dienst samen te werken op een tijdstip dat voor de pioniers het meest praktisch is en hun het best uitkomt. De gemeente dient goed ingelicht te zijn over alle velddienstregelingen. Het leiden van de velddienstbijeenkomsten moet goed georganiseerd zijn. Bovendien dient er genoeg gebied beschikbaar te zijn en er dienen prompt voldoende tijdschriften en andere lectuur aangevraagd te worden.

¹³ Stel je persoonlijke velddienstschema op: Een broeder die aanvankelijk tegen de hulppioniersdienst opzag, zei: „Het is echt veel gemakkelijker dan ik gedacht had. Je moet alleen een goed schema hebben.” Zie je op de achterpagina van dit inlegvel een voorbeeld van een schema voor de hulppioniersdienst dat voor jou praktisch zou zijn? Je hoeft als hulppionier maar vijftien uur per week aan de bediening te besteden.

¹⁴ Om als hulppionier te dienen, kunnen huisvrouwen en personen die middag- of avonddienst hebben, vaak hun ochtenden voor de velddienst reserveren. Schoolkinderen en personen die nachtdienst hebben, kunnen in de regel de uren in de late namiddag voor de prediking gebruiken. Personen met een full-time wereldse baan hebben bemerkt dat het mogelijk is om óf een dag per week vrij te nemen óf het hele weekend aan de bediening te besteden, naast het geven van avondgetuigenis. Velen die vrijwel alleen in het weekend velddienst kunnen verrichten, kiezen maanden met vijf volle weekends. Dit jaar is dat het geval in maart, augustus en november. Denk er zorgvuldig en gebedsvol over na wat voor jouw individuele situatie een praktisch persoonlijk velddienstschema zal zijn, waarbij je gebruik maakt van het blanco schema op blz. 6 dat als een voorbeeld is verschaft.

¹⁵ Eén voordeel van de hulppioniersdienst is dat het een plooibare voorziening is. Je kunt de maanden uitkiezen waarin je wilt pionieren, en je kunt zo vaak als je wilt als hulppionier dienen. Als je onafgebroken als hulppionier wilt dienen maar dit niet kunt, heb je er dan over nagedacht je er het hele jaar door om de andere maand voor op te geven? Sommigen daarentegen kunnen telkens lange tijd achtereen in de hulppioniersdienst staan.

¹⁶ Een aanloop voor de volle-tijdpioniersdienst: Velen die de pioniersgeest bezitten, zouden als gewone pionier willen dienen, maar zij vragen zich af of zij er de tijd voor hebben, of hun omstandigheden het toelaten en of zij er het uithoudingsvermogen voor hebben. Ongetwijfeld hebben de meesten die nu gewone pionier zijn eerst de hulppioniersdienst als een aanloop voor het volle-tijdwerk gebruikt. Door je schema voor de hulppioniersdienst met slechts één uur per dag of met één hele dag per week uit te breiden, is het mogelijk aan het urenvereiste voor gewone pioniers te voldoen. Waarom zou je om na te gaan of dat voor jou mogelijk is, niet eens proberen een of meer maanden dat je in de hulppioniersdienst bent negentig uur aan de bediening te besteden? Tegelijkertijd zul je nabezoeken en bijbelstudies opdoen, waardoor je je in een veelzijdige pionierbediening zult verheugen.

¹⁷ Eén zuster was zes jaar achtereen in de hulppioniersdienst. Al die tijd had zij als doel de gewone pioniersdienst op zich te nemen. Met dat doel voor ogen probeerde zij vier verschillende wereldse banen uit, in de hoop een situatie te creëren waardoor het vereiste van negentig uur voor gewone pioniers binnen haar bereik zou komen. Elke maand stelde zij een of twee schema’s op om uit te rekenen of het mogelijk zou zijn. Maar wanneer zij haar schema’s bestudeerde, meende zij dat de volle-tijdbediening niet haalbaar voor haar was. Toch bleef zij Jehovah om zijn leiding vragen. Op een dag las zij tijdens haar voorbereiding op de dienstvergadering een artikel in Onze Koninkrijksdienst van september 1991 waarin stond: „Waarom zouden wij, in plaats van te veel de nadruk te leggen op het urenvereiste, er niet onze aandacht op richten dat wij meer gelegenheid hebben om deel te nemen aan het inzamelingswerk? (Joh. 4:35, 36)” Zij vertelt: „Ik las die zin vijf of zes keer over, en ik was er heel zeker van dat dit Jehovah’s antwoord was. Op dat moment nam ik de beslissing in de gewone pioniersdienst te gaan.” Hoewel het werkschema van haar part-time wereldse baan verre van ideaal was, diende zij haar aanvraag voor de gewone pioniersdienst in. Een week later werd haar werkschema veranderd en kreeg zij werktijden die haar precies goed uitkwamen. Haar conclusie was: „Is dit nu niet Jehovah’s hand?”, en zij voegde eraan toe: „Wanneer je Jehovah om leiding vraagt en die krijgt, loop dan niet hard weg — aanvaard die leiding.” Als je het oprechte verlangen hebt in de gewone pioniersdienst te gaan, zul je, misschien tegen het einde van drie maanden hulppioniersdienst in maart, april en mei, ervan overtuigd zijn dat ook jij een succes van de volle-tijdbediening kunt maken.

¹⁸ Wij zijn er zeker van dat Jehovah de ijver van zijn dienstknechten zal zegenen en hun krachtsinspanningen zal steunen terwijl zij in deze speciale periode van activiteit in het voorjaar het goede nieuws van redding verkondigen (Jes. 52:7; Rom. 10:15). Zul jij gehoor geven aan de oproep voor 3500 hulppioniers door in maart, april en/of mei in de hulppioniersdienst te staan?

[Kader op blz. 3]

Hoe de hulppioniersdienst tot een succes te maken

■ Denk positief over je kans van slagen

■ Vraag Jehovah in gebed of hij je krachtsinspanningen wil zegenen

■ Nodig een andere verkondiger uit om samen met jou te pionieren

■ Stel een praktisch velddienstschema op

■ Vraag voldoende tijdschriften aan

■ Ondersteun de velddienstregelingen van de gemeente

■ Zoek naar gelegenheden om informeel getuigenis te geven