Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 11/98 blz. 3-6
  • Wees doeltreffend in je bediening

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wees doeltreffend in je bediening
  • Onze Koninkrijksdienst 1998
  • Vergelijkbare artikelen
  • Methoden om het goede nieuws te prediken
    Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen
  • Schenk voortdurend aandacht aan uw onderwijs
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
  • Zou jij iets aan een persoonlijk gebied hebben?
    Onze Koninkrijksdienst 2013
  • Geregelde gebiedsbewerking
    Koninkrijksdienst 1974
Meer weergeven
Onze Koninkrijksdienst 1998
km 11/98 blz. 3-6

Wees doeltreffend in je bediening

1 De hemel wordt donker en een onheilspellend geluid zwelt aan tot een oorverdovend geraas. Er strijkt een wolk neer die op rook lijkt. Wat is het? Een leger van miljoenen sprinkhanen dat komt om volledige verwoesting over het land te brengen! Dit tafereel dat door de profeet Joël wordt beschreven, heeft thans een vervulling in het predikingswerk van Gods gezalfde dienstknechten en hun metgezellen, de grote schare.

2 De Wachttoren van 1 mei 1998, blz. 11, par. 19, merkte op: „Gods hedendaagse sprinkhanenleger heeft een grondig getuigenis gegeven in ’de stad’ van de christenheid (Joël 2:9). . . . Zij klimmen nog steeds over alle hindernissen heen als zij miljoenen huizen binnengaan, mensen op straat aanspreken, via de telefoon met hen praten en op elke mogelijke manier contact met hen opnemen terwijl zij Jehovah’s boodschap bekendmaken.” Is het niet een groots voorrecht een aandeel te hebben aan dit door God verordende werk?

3 In tegenstelling tot letterlijke sprinkhanen, die maar één doel hebben, namelijk zich voeden, zijn wij als Jehovah’s dienstknechten zeer bezorgd voor het leven van de mensen tot wie wij prediken. Wij willen anderen helpen de glorierijke waarheden uit Gods Woord te leren kennen en ertoe bewogen te worden stappen te nemen die tot hun eeuwige redding zullen leiden (Joh. 17:3; 1 Tim. 4:16). Daarom willen wij doeltreffend zijn in de wijze waarop wij onze bediening verrichten. Welke methode van prediken wij ook hanteren, wij dienen te beschouwen of wij er gebruik van maken op een manier en op tijden die de beste resultaten zullen opleveren. Aangezien „het toneel van deze wereld . . . bezig [is] te veranderen”, doen wij er goed aan onze methoden en onze aanpak te analyseren om ervoor te zorgen dat wij ons kwijten van de opgave zo produktief mogelijk te zijn. — 1 Kor. 7:31.

4 Hoewel wij mensen op veel manieren proberen te bereiken, is het van-huis-tot-huiswerk nog steeds de pijler van onze bediening. Bemerk je dat mensen vaak niet thuis zijn of nog slapen wanneer je bij hen aanbelt? Dat is heel frustrerend omdat je de boodschap van het goede nieuws niet met hen kunt delen! Hoe kun je deze uitdaging het hoofd bieden?

5 Wees plooibaar en redelijk: In het eerste-eeuwse Israël visten de vissers ’s nachts. Waarom ’s nachts? Hoewel dit voor hen niet de meest gerieflijke tijd was, was het de beste tijd om de meeste vis te vangen. Het was de produktiefste tijd. Over deze gewoonte merkte De Wachttoren van 15 juni 1992 op: „Ook wij zouden ons gebied moeten bestuderen zodat wij als het ware gaan vissen wanneer de meerderheid van de mensen thuis is en in een ontvankelijke stemming verkeert.” Het nauwkeurig gadeslaan van leefgewoonten heeft aangetoond dat mensen in veel voorsteden en duurdere woonwijken misschien wel thuis zijn wanneer wij hen vroeg op zaterdag- of zondagmorgen bezoeken, maar op dat tijdstip over het algemeen niet openstaan voor ons bezoek. Als dit in jouw omgeving het geval is, zou je de tijd van je bezoeken dan kunnen verzetten naar later in de ochtend of zelfs naar de middag? Dit is een goede manier om de doeltreffendheid van onze bediening te vergroten alsmede consideratie voor onze naasten te tonen, wat een bewijs van ware christelijke liefde is. — Matth. 7:12.

6 In Filippenzen 4:5 herinnert de apostel Paulus ons eraan dat wij ’onze redelijkheid aan alle mensen bekend moeten laten worden’. In overeenstemming met deze geïnspireerde richtlijn willen wij evenwichtig en redelijk zijn in onze methoden terwijl wij onze predikingstoewijzing met ijver en enthousiasme vervullen. Wij willen ons er niet van ’weerhouden in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen’, maar wij willen ons ervan vergewissen dat wij onze van-huis-tot-huisbediening verrichten op tijden die redelijk en produktief zijn (Hand. 20:20). Net als die vissers in het eerste-eeuwse Israël houden wij ons bezig met ’vissen’ op tijden dat wij het produktiefst kunnen zijn, niet op tijden die ons het beste uitkomen.

7 Welke veranderingen zouden kunnen worden aangebracht? In een aantal gevallen worden velddienstbijeenkomsten gehouden om 9.00 of 9.30 uur op zaterdag- of zondagochtend, waarna de groep meteen begint met het van-huis-tot-huiswerk in het gebied. Sommige lichamen van ouderlingen hebben echter regelingen getroffen dat de groep aan andere takken van de bediening deelneemt, zoals straatgetuigenis, het bewerken van zakengebied of nabezoekwerk voordat men van huis tot huis gaat in woonwijken. Andere gemeenten hebben de tijden voor velddienstbijeenkomsten later op de ochtend gepland — om 10.00, 11.00 of 12.00 uur. Daarna begint de groep meteen met van-huis-tot-huiswerk en blijft tot vroeg in de middag in de dienst. In sommige gebieden kan het begin van de middag, meer nog dan de ochtend, de beste tijd zijn om voor de velddienst bijeen te komen. Zulke aanpassingen kunnen er heel goed toe bijdragen dat de produktiviteit in het van-huis-tot-huiswerk toeneemt.

8 Gebruik onderscheidingsvermogen en tact: Wanneer wij de mensen van huis tot huis bezoeken, krijgen wij een verscheidenheid van reacties op onze boodschap. Sommige huisbewoners zijn ontvankelijk, andere zijn onverschillig en enkele zijn misschien twistziek of agressief. Wat dit laatste betreft herinnert blz. 7 van Redeneren aan de hand van de Schrift ons eraan dat wij er niet op uit zijn „’een debat te winnen’ van mensen die geen respect voor de waarheid tonen”. Als de huisbewoner vijandig is, kunnen wij het beste weggaan. Wij dienen mensen nooit tegen ons in het harnas te jagen door erop te staan dat zij met ons spreken of ons standpunt aanvaarden. Wij willen onze boodschap niet aan mensen opdringen. Dat zou niet redelijk zijn en zou problemen kunnen veroorzaken voor andere Getuigen en voor het werk in het algemeen.

9 Voordat wij in een gebied gaan werken, is het verstandig op het gebiedskaartje te kijken of er aantekeningen zijn van adressen waar de huisbewoners ons hebben gevraagd niet aan te bellen. Als er zulke adressen zijn, dient elke verkondiger die in die straat werkt, verteld te worden waar niet gebeld mag worden. Niemand dient uit zichzelf bij deze adressen aan te bellen als de dienstopziener dat niet heeft gevraagd. — Zie de Vragenbus in Onze Koninkrijksdienst van januari 1994.

10 Wij kunnen onze doeltreffendheid vergroten door van onderscheidingsvermogen blijk te geven wanneer wij van huis tot huis gaan. Wees oplettend wanneer je naar een huis loopt. Zijn alle gordijnen of jaloezieën dicht? Is het doodstil? Dit geeft misschien aan dat de bewoners slapen. Waarschijnlijk zullen wij een zinvoller gesprek met de huisbewoner hebben wanneer wij later terugkomen. Misschien is het het beste dit huis even over te slaan en het huisnummer te noteren. Je kunt er voordat je uit het gebied gaat nog eens langsgaan of een notitie maken om op een later tijdstip terug te komen.

11 Toch kan het voorkomen dat wij per ongeluk iemand wakker bellen of anderszins storen. Hij blijkt misschien zelfs geïrriteerd of kwaad te zijn. Hoe dienen wij te reageren? Spreuken 17:27 geeft de raad: „Een man van onderscheidingsvermogen is kalm van geest.” Hoewel wij ons niet verontschuldigen voor onze bediening kunnen wij beslist wel zeggen dat het ons spijt dat wij op een ongelegen moment kwamen. Wij kunnen beleefd vragen of een ander tijdstip beter zou schikken en aanbieden terug te komen. Een oprechte, vriendelijke uiting van persoonlijke bezorgdheid maakt vaak dat zo’n persoon kalmeert (Spr. 15:1). Als een huisbewoner ons vertelt dat hij regelmatig nachtdienst heeft, kan er een notitie bij de gebiedskaart worden gevoegd zodat toekomstige bezoeken op een geschikte tijd gebracht kunnen worden.

12 Onderscheidingsvermogen is ook gepast wanneer wij proberen ons gebied grondig te bewerken. Aangezien veel mensen niet thuis zijn bij ons eerste bezoek, moeten wij extra inspanningen in het werk stellen om hen te bereiken teneinde de boodschap van redding met hen te delen (Rom. 10:13). Uit verslagen blijkt dat verkondigers soms op één dag verscheidene malen bij hetzelfde huis aanbellen om te proberen de mensen thuis te treffen. Dit ontsnapt niet aan de aandacht van de buren. Hierdoor kan de ongunstige indruk worden gewekt dat Jehovah’s Getuigen ’altijd in hun straat bezig zijn’. Hoe kan dit worden vermeden?

13 Gebruik onderscheidingsvermogen. Wanneer je een afwezige opnieuw bezoekt, zijn er dan aanwijzingen dat er nu wel iemand thuis is? Als er post of reclame uit de brievenbus steekt, is de persoon waarschijnlijk nog steeds afwezig en zou het op dit moment geen zin hebben opnieuw aan te bellen. Indien de persoon na enkele pogingen op verschillende tijdstippen, zoals ’s avonds, niet kan worden bereikt, is het misschien mogelijk de huisbewoner per telefoon te benaderen. Als dit niet mogelijk is, kan er onopvallend een traktaat of strooibiljet worden achtergelaten, vooral als het gebied vrij regelmatig wordt bewerkt. Het is heel goed mogelijk dat de persoon wordt bereikt bij de volgende keer dat het gebied wordt bewerkt.

14 Wij dienen lange gesprekken aan de deur te vermijden als de huisbewoner wordt blootgesteld aan guur weer. Wanneer je binnengenodigd wordt, pas dan op dat je de vloer niet bevuilt. Gebruik onderscheidingsvermogen wanneer je op een blaffende hond stuit. Als je in flatgebouwen werkt, praat dan zachtjes en vermijd het lawaai te maken dat bewoners stoort en op je aanwezigheid attent maakt.

15 Werk op een ordelijke en waardige wijze: Met een goede organisatie kunnen wij het voorkomen grote, opvallende groepen te vormen die zich in het gebied verzamelen. Sommige huisbewoners voelen zich misschien bedreigd wanneer er verscheidene auto’s en busjes voor hun huis aankomen met een grote groep verkondigers. Wij willen niet de indruk wekken dat wij woonwijken „bestormen”. Het indelen van het gebied kan het beste op de velddienstbijeenkomst gebeuren. Kleine groepen verkondigers, zoals een gezin, zijn veel minder overweldigend voor de huisbewoners en hoeven tijdens de bewerking van het gebied minder vaak gereorganiseerd te worden.

16 Ordelijkheid vereist dat ouders, terwijl zij het gebied bewerken, goed op het gedrag van hun kinderen letten. Kinderen moeten zich netjes gedragen wanneer zij met volwassenen meegaan naar de deur. Het dient kleine kinderen niet toegestaan te worden te spelen of overal rond te lopen, en aldus te veel aandacht te trekken van huisbewoners of voorbijgangers.

17 Er is ook evenwicht nodig wat koffiepauzes betreft. Onze Koninkrijksdienst van juni 1995, blz. 3, merkte op: „Wanneer wij in de velddienst zijn, kunnen wij kostbare tijd verliezen aan koffiepauzes. Maar wanneer de weersomstandigheden misschien slecht zijn, zal een pauze ons verkwikken en ons helpen door te gaan. Velen geven er echter de voorkeur aan druk bezig te blijven met getuigenis geven aan anderen en geen gezellige omgang te hebben met broeders en zusters tijdens koffiepauzes in de tijd die zij voor de bediening opzij hebben gezet.” Hoewel een onderbreking om wat te drinken een persoonlijke beslissing is, is er opgemerkt dat er soms grote groepen broeders en zusters bij elkaar komen in een koffiehuis of een restaurant. Behalve de tijd die het kost om te worden bediend, kan de aanwezigheid van een grote groep overweldigend overkomen op andere klanten. Soms worden de velddienstervaringen van die ochtend luidruchtig besproken en dit kan afbreuk doen aan de waardigheid van onze bediening en de doeltreffendheid ervan schaden. Door onderscheidingsvermogen kunnen verkondigers het vermijden dat een etablissement overspoeld wordt en dat er onnodig tijd van de bediening wordt afgenomen.

18 Velen hebben goede resultaten bereikt door mensen waar maar ook te benaderen — op straat, op parkeerplaatsen en in andere openbare gelegenheden. Ook hier willen wij een voortreffelijk getuigenis geven, niet alleen door onze woorden maar ook door onze redelijkheid. Verkondigers van alle gemeenten dienen beslist acht te slaan op hun gebiedsgrenzen zodat de mensen — voetgangers in winkelcentra en bij stations, of werknemers van bedrijven zoals benzinestations die 24 uur per dag geopend zijn — niet overstelpt worden. Om ervoor te zorgen dat wij onze bediening op een ordelijke, waardige wijze verrichten, zullen wij alleen binnen onze eigen gebiedstoewijzing willen werken tenzij er via het dienstcomité van een andere gemeente specifieke regelingen zijn getroffen om hun wat hulp te bieden. — Vergelijk 2 Korinthiërs 10:13-15.

19 Sommige gemeenten die veel plaatsen hebben waar het geven van openbaar getuigenis mogelijk is, hebben deze georganiseerd in gebieden. Een gebiedskaart wordt dan aan een individuele verkondiger of een groep gegeven. Dit bevordert een doeltreffender bewerking en voorkomt dat er te veel verkondigers gelijktijdig op dezelfde plaats werken, in overeenstemming met het beginsel in 1 Korinthiërs 14:40: „Laat alle dingen betamelijk en volgens regeling geschieden.”

20 Onze persoonlijke verschijning dient altijd waardig en representatief te zijn voor bedienaren die Jehovah’s naam dragen. Hetzelfde geldt voor de uitrusting die wij gebruiken. Een versleten lectuurtas en een bijbel die ezelsoren heeft of smoezelig is, doet afbreuk aan de Koninkrijksboodschap. Er is eens gezegd dat kleding en uiterlijke verzorging „een boodschap overbrengen die mensen om u heen laat weten wie en wat u bent en waar u in de orde der dingen past”. Onze persoonlijke verschijning dient derhalve niet onverzorgd of slonzig, noch opzichtig of buitensporig te zijn, maar altijd ’het goede nieuws waardig’. — Fil. 1:27; vergelijk 1 Timotheüs 2:9, 10.

21 In 1 Korinthiërs 9:26 zegt de apostel Paulus: „De wijze waarop ik hardloop, [is] niet onzeker; de wijze waarop ik mijn slagen richt, is dusdanig dat ik niet in de lucht sla.” In navolging van Paulus zijn wij vastbesloten doeltreffend en produktief te zijn in de bediening. Mogen wij, terwijl wij thans als deel van Jehovah’s „sprinkhanenleger” een ijverig aandeel hebben aan het getuigeniswerk, christelijke redelijkheid en christelijk onderscheidingsvermogen aan de dag leggen wanneer wij aan iedereen in ons gebied de boodschap van redding brengen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen