Nieuwelingen voor de prediking opleiden
1. Hoe voelde je je toen je voor het eerst in de dienst ging?
1 Kun je je nog de eerste keer herinneren dat je van huis tot huis ging? Waarschijnlijk was je heel nerveus. Als je met je studieleider of een andere verkondiger samenwerkte, was je vast blij met zijn hulp. Nu je wat ervaring in de prediking hebt opgedaan, kun je helpen bij het opleiden van nieuwelingen voor de prediking.
2. Wat moeten nieuwe verkondigers leren?
2 Nieuwe verkondigers moeten leren een gesprek met de huisbewoner te beginnen, de Bijbel aan de deur te gebruiken, nabezoeken te brengen en Bijbelstudies op te richten en te leiden. Ze moeten ook leren aan verschillende takken van dienst deel te nemen, zoals straatwerk en het bewerken van zakengebied. Je kunt hen helpen op die terreinen bekwamer te worden door je voorbeeld en door het geven van suggesties.
3. Hoe kun je anderen door je voorbeeld helpen?
3 Onderwijs door je voorbeeld: Jezus demonstreerde zijn discipelen hoe ze moesten prediken (Luk. 8:1; 1 Petr. 2:21). Als je afspreekt om met een nieuwe verkondiger samen te werken, bereid dan een eenvoudige presentatie voor die hij kan nadoen. Misschien kun je een voorbeeldpresentatie uit een van onze publicaties gebruiken. Stel vervolgens voor om zelf de eerste paar deuren te doen zodat hij kan zien hoe je het doet. Tussendoor zou je hem kunnen vragen of hij je presentatie doeltreffend vond. Dat zal hem helpen in te zien dat het nuttig is met anderen in de dienst samen te werken en zal het makkelijker voor hem maken eventuele suggesties van jou te aanvaarden nadat hij zijn presentatie heeft gehouden.
4. Hoe kun je een nieuwe verkondiger helpen nadat je naar zijn presentatie hebt geluisterd?
4 Geef suggesties: Jezus gaf zijn discipelen ook instructies hoe ze moesten prediken (Matth. 10:5-14). Je kunt een nieuwe verkondiger op een soortgelijke manier helpen. Luister goed als hij aan de beurt is. Wees vervolgens royaal in het geven van specifieke en oprechte complimenten, ook al heb je gemerkt dat bepaalde aspecten van zijn presentatie aandacht nodig hebben. Voordat je een suggestie geeft, zou je kunnen afwachten of hij het bij de volgende deur al beter doet. Misschien was hij gewoon nerveus. Houd ook in gedachte dat niet alle verkondigers dezelfde bekwaamheden hebben, en dat er vaak meer dan één juiste manier is om iets te doen (1 Kor. 12:4-7).
5. Wat kun je zeggen als je suggesties wilt geven?
5 Soms zal een nieuwe verkondiger je om suggesties vragen. Maar als hij dat niet doet, neem dan zelf het initiatief om hem te helpen. Hoe kun je dat tactvol doen? Sommige ervaren verkondigers vragen gewoon: „Mag ik je een suggestie geven?” of „Hoe vond je het gaan?” Of je zou kunnen zeggen: „Toen ik pas in de dienst ging, vond ik het moeilijk om . . ., maar ik heb hier veel aan gehad. . . .” Soms kan het nuttig zijn samen het Redeneren-boek te raadplegen. Geef over slechts één aspect van zijn presentatie suggesties zodat je hem niet overweldigt.
6. Hoe kan tijdens de dienst ’ijzer door ijzer worden gescherpt’?
6 IJzer scherpt ijzer: Timotheüs, een ervaren evangelieprediker, werd door Paulus aangemoedigd zich te blijven toeleggen op het onderwijzen en het maken van vorderingen (1 Tim. 4:13, 15). Hoewel je misschien al jaren in de dienst gaat, mag je er nooit mee stoppen aan je vaardigheden te werken. Leer van de verkondigers met wie je samenwerkt, ook van degenen die minder ervaring in de dienst hebben. Wees er alert op om andere verkondigers, vooral nieuwelingen, vriendelijk te helpen bekwame predikers van het goede nieuws te worden (Spr. 27:17).