Hoe je het gevecht tegen verkeerde verlangens wint

1. Waar worstelen we allemaal mee?

HEB je weleens iets willen doen dat Jehovah niet goedvindt? Als dat zo is, geef dan de moed niet op. De Bijbel zegt: ‘De beproevingen die jullie moeten doorstaan, maken andere mensen ook mee’ (1 Kor. 10:13). Dus wat je verkeerde verlangen ook is, er zijn anderen die er ook mee worstelen. Je staat er niet alleen voor en met Jehovah’s hulp kun je het gevecht winnen.

2. Met wat voor verleidingen kun je te maken krijgen? (Zie ook de afbeeldingen.)

² In de Bijbel staat: ‘Iedereen wordt op de proef gesteld doordat hij door zijn eigen verlangen meegetrokken en verleid wordt’ (Jak. 1:14). Wat een verleiding vormt verschilt van persoon tot persoon. Sommigen moeten bijvoorbeeld vechten tegen de verleiding iets immoreels te doen met iemand van het andere geslacht of van hetzelfde geslacht. Iemand die gestopt is met het kijken naar pornografie kan een sterke drang voelen om weer te gaan kijken. Een vergelijkbare verleiding voelen velen die een drugs- of alcoholprobleem hebben gehad. Dat zijn nog maar een paar verlangens waar zowel broeders en zusters als personen die Bijbelstudie hebben mee worstelen. Ongetwijfeld hebben we allemaal weleens hetzelfde gevoel gehad als Paulus, die schreef: ‘Als ik het goede wil doen, is het slechte bij mij aanwezig’ (Rom. 7:21).

3. Welk gevoel kun je krijgen als je tegen een verkeerd verlangen moet vechten?

³ Als je een verkeerd verlangen hebt dat steeds blijft terugkomen, kun je je machteloos voelen, alsof je niet in staat bent de verleiding te weerstaan. En je kunt moedeloos worden omdat je denkt dat Jehovah je alleen al voor het hebben van het verkeerde verlangen zou veroordelen. Maar beide gedachten kloppen niet. Dit artikel laat zien waarom niet door twee vragen te beantwoorden: (1) Waar komen die machteloosheid en moedeloosheid vandaan? (2) Hoe kun je het gevecht tegen verkeerde verlangens winnen?

WAT ‘DE GODDELOZE’ JE WIL LATEN DENKEN

4. (a) Waarom wil Satan dat je je machteloos voelt? (b) Waarom ben je niet machteloos in het gevecht tegen verleiding?

⁴ Satan wil dat je je machteloos voelt bij een verleiding. Dat is wat Jezus liet uitkomen toen hij zijn volgelingen leerde bidden: ‘Breng ons niet in beproeving, maar red ons van de goddeloze’ (Matth. 6:13). Satan beweert dat mensen ongehoorzaam zullen zijn aan Jehovah als ze voor verleiding komen te staan (Job 2:4, 5). Maar bedenk eens hoe ironisch dat is. Satan is degene die door zijn eigen verlangen werd verleid en Jehovah niet trouw wilde blijven. Blijkbaar denkt hij dat wij net als hij zijn en Jehovah makkelijk in de steek laten als we op de proef worden gesteld. Hij dacht zelfs dat de volmaakte Zoon van God tot verkeerde dingen verleid kon worden (Matth. 4:8, 9). Maar zijn we echt machteloos in het gevecht tegen verkeerde verlangens? Absoluut niet! Wat Paulus zei is waar: ‘Voor alles ben ik sterk genoeg dankzij hem die mij kracht geeft’ (Fil. 4:13).

5. Hoe weten we dat Jehovah er zeker van is dat we het gevecht tegen verkeerde verlangens kunnen winnen?

⁵ Anders dan Satan is Jehovah er juist zeker van dat we weerstand kunnen bieden aan verkeerde verlangens. Hoe weten we dat? Omdat Jehovah heeft voorspeld dat een grote menigte trouwe mensen de grote verdrukking zal overleven. Denk daar eens over na. Jehovah, die niet kan liegen, zegt dat velen, niet slechts enkelen, zijn nieuwe wereld zullen binnengaan en in zijn ogen rein zijn — ‘ze hebben hun gewaden gewassen en wit gemaakt in het bloed van het Lam’ (Openb. 7:9, 13, 14). Het mag duidelijk zijn: Jehovah vindt niet dat je machteloos bent.

6-7. Waarom wil Satan dat je moedeloos wordt?

⁶ Satan wil ook dat je moedeloos wordt en de hoop opgeeft. Hij wil je laten denken dat Jehovah je alleen al om het hebben van verkeerde verlangens veroordeelt. Maar nogmaals: wat een ironie! Het is juist Satan die geen hoop heeft, want Jehovah heeft geoordeeld dat hij eeuwig leven niet waard is (Gen. 3:15; Openb. 20:10). Satan is jaloers op ons omdat wij wel de hoop hebben eeuwig te leven. Daarom wil hij dat je de hoop opgeeft. Maar jouw situatie is helemaal niet hopeloos. De Bijbel verzekert je dat Jehovah je wil helpen, niet veroordelen. ‘Hij wil namelijk niet dat er iemand vernietigd wordt maar dat iedereen berouw krijgt’ (2 Petr. 3:9).

⁷ Dus als je gelooft dat je machteloos bent of er geen hoop meer voor je is, dan denk je wat Satan je wil laten denken. Als je dat echt beseft, kan het je helpen een krachtig standpunt tegen hem in te nemen (1 Petr. 5:8, 9).

WAT JE KUNT DENKEN DOOR JE ZONDIGE TOESTAND

8. Wat houdt zonde in? (Psalm 51:5) (Zie ook ‘Term toegelicht’.)

⁸ Naast de invloed van Satan is er nog iets waardoor je je machteloos en moedeloos kunt voelen in je gevecht tegen verkeerde verlangens. Wat is het? Je zondige toestand,a die je van Adam en Eva hebt geërfd (Job 14:4; lees Psalm 51:5).

9-10. (a) Welke invloed had zonde op Adam en Eva? (Zie ook de afbeelding.) (b) Welke invloed heeft zonde op ons?

⁹ Welke invloed had zonde op Adam en Eva? Nadat ze Jehovah ongehoorzaam waren geweest, verborgen ze zich en probeerden ze hun lichaam te bedekken. In Inzicht in de Schrift wordt hierover gezegd: ‘Zo wekte de zonde schuldgevoelens, angst, onzekerheid en schaamte in hen op.’ Het was alsof Adam en Eva opgesloten zaten in een huis waarin dat de enige vier kamers waren. Ze konden van de ene kamer naar de andere gaan, maar ze konden het huis niet verlaten. Ze konden niet aan hun zondige toestand ontsnappen.

¹⁰ Onze situatie is niet precies hetzelfde. De losprijs, die voor Adam en Eva niet geldt, kan ons namelijk van zonde reinigen en ons een zuiver geweten geven (1 Kor. 6:11). Maar omdat we zonde hebben geërfd, kunnen ook wij schuld, angst, onzekerheid en schaamte voelen. De Bijbel laat zelfs zien dat zonde mensen nog steeds in zijn greep heeft, ook degenen ‘die niet [hebben] gezondigd met eenzelfde overtreding als Adam’ (Rom. 5:14). Hoe demotiverend dat ook lijkt, je hoeft je niet machteloos of moedeloos te voelen. Je kunt die negatieve gedachten verwerpen.

11. Hoe moet je reageren als je je machteloos voelt, en waarom? (Romeinen 6:12)

¹¹ Als je je machteloos voelt tegenover verkeerde verlangens, is het alsof zonde tegen je ‘praat’, alsof een stemmetje in je hoofd zegt dat je het gevecht niet kunt winnen. Luister daar niet naar. Waarom niet? Omdat de Bijbel leert dat je zonde niet ‘als koning’ over je hoeft te laten regeren. (Lees Romeinen 6:12.) Dit betekent dat je de keuze kunt maken niet aan verkeerde verlangens toe te geven (Gal. 5:16). Jehovah is ervan overtuigd dat je verleidingen kunt weerstaan, anders zou hij het niet van je vragen (Deut. 30:11-14; Rom. 6:6; 1 Thess. 4:3). Het is duidelijk dat je niet machteloos bent.

12. Hoe moet je reageren als je je moedeloos voelt, en waarom?

¹² Wat moet je doen als je moedeloos wordt omdat het stemmetje van zonde zegt dat Jehovah je alleen al voor het hebben van verkeerde verlangens zal veroordelen? Luister er niet naar. Waarom niet? Omdat de Bijbel leert dat Jehovah begrip heeft voor je zondige toestand (Ps. 103:13, 14). Hij ‘weet alle dingen’ over je, ook welke invloed je overgeërfde verkeerde neigingen op je hebben (1 Joh. 3:19, 20). Zolang je niet aan verkeerde verlangens toegeeft, kun je rein zijn in Jehovah’s ogen. Waarom kun je daar zeker van zijn?

13-14. Betekent het hebben van verkeerde verlangens dat je hebt gefaald? Leg uit.

¹³ De Bijbel maakt onderscheid tussen doen wat verkeerd is (waar je controle over kunt hebben) en verlangen naar wat verkeerd is (waar je niet altijd controle over hebt). Zo waren er in de eerste eeuw in Korinthe christenen die als homoseksueel hadden geleefd. Paulus schreef: ‘Sommigen van jullie zijn dat geweest.’ Wilde dit zeggen dat ze nooit meer homoseksuele verlangens hadden? Dat is niet waarschijnlijk, want zulke verlangens zijn vaak diepgeworteld. Maar christenen die zelfbeheersing hadden en niet deden wat ze verlangden waren aanvaardbaar voor Jehovah. In zijn ogen waren ze ‘rein gewassen’ (1 Kor. 6:9-11). Dat kan ook voor jou gelden.

¹⁴ Met welke verkeerde verlangens je ook worstelt, je kunt ze weerstaan. Ook al kun je ze niet elimineren, je kunt zelfbeheersing tonen en voorkomen dat je doet wat ‘het vlees’ en je ‘gedachten’ willen (Ef. 2:3). Wat kan je helpen het gevecht tegen verkeerde verlangens te winnen?

HOE JE KUNT WINNEN

15. Waarom moet je eerlijk tegenover jezelf zijn?

¹⁵ Om het gevecht tegen verkeerde verlangens te winnen, moet je eerlijk tegenover jezelf zijn over je zwakheden. Misleid jezelf niet met ‘onjuiste redenaties’ (Jak. 1:22). Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als je een alcoholprobleem afzwakt door te redeneren dat anderen meer drinken dan jij. Of als je een probleem met porno op een ander afschuift door te zeggen dat je niet in de verleiding zou komen als je vrouw meer genegenheid zou tonen. Als je zo denkt, zul je alleen maar makkelijker aan de verleiding toegeven. Verzin dus geen smoesjes, maar neem verantwoordelijkheid voor wat je doet (Gal. 6:7).

16. Wat zal je helpen vastberaden te zijn om het juiste te doen?

¹⁶ Wees niet alleen eerlijk over je zwakke punten maar ook vastberaden om er niet aan toe te geven (1 Kor. 9:26, 27; 1 Thess. 4:4; 1 Petr. 1:15, 16). Vraag je af wat je het meest kwetsbaar maakt en wanneer. Is er iets specifieks dat een verleiding voor je vormt? Is er een bepaald moment waarop je kwetsbaarder bent, bijvoorbeeld als je moe bent of laat op de avond? Anticipeer op de verleiding en oefen in je hoofd hoe je erop zult reageren. Het is belangrijk dat te doen voordat je in de verleiding komt (Spr. 22:3).

17. Wat kun je van Jozef leren? (Genesis 39:7-9) (Zie ook de afbeeldingen.)

¹⁷ Denk eens aan Jozef. Hoe reageerde hij toen de vrouw van Potifar hem probeerde te verleiden? Hij wees haar meteen en resoluut af. (Lees Genesis 39:7-9.) Wat laat dat uitkomen? Jozef had al besloten het juiste te doen voordat Potifars vrouw hem probeerde te verleiden. Je kunt hem navolgen door te besluiten het juiste te doen voordat je met een verleiding wordt geconfronteerd. Dan wordt het makkelijker de verleiding te weerstaan omdat je al hebt besloten wat je gaat doen.

‘BLIJF JEZELF TOETSEN’

18. Hoe kun je het gevecht winnen? (2 Korinthiërs 13:5)

¹⁸ Om het gevecht tegen verkeerde verlangens te winnen, moet je ‘jezelf blijven toetsen’ — of onderzoeken hoe je ervoor staat. (Lees 2 Korinthiërs 13:5.) Evalueer regelmatig waar je aan denkt en wat je doet, en voer waar nodig veranderingen door. Als het je lukt een verleiding te weerstaan, vraag je dan af: hoelang duurde het voordat ik nee zei? Veroordeel jezelf niet als je beseft dat je niet zo snel was. Doe in plaats daarvan stappen om je verdediging te versterken. Vraag je af: Wat kan ik doen om ongepaste gedachten sneller van me af te zetten? Maakt wat ik lees of waar ik naar kijk of luister het moeilijker verleidingen te weerstaan? Kijk ik meteen weg als er immorele beelden voorbijkomen? Besef ik echt dat Jehovah’s normen altijd het beste voor me zijn, ook al vragen ze om zelfbeheersing? (Ps. 101:3)

19. Waarom maken schijnbaar kleine onverstandige beslissingen het gevecht tegen verkeerde verlangens moeilijker?

¹⁹ Het is ook belangrijk niet naar excuses te zoeken. De Bijbel zegt: ‘Niets is zo verraderlijk als het hart, het is tot alles in staat’ (Jer. 17:9). En Jezus zei: ‘Uit het hart komen slechte gedachten’ (Matth. 15:19). Zo kan iemand die gestopt is met het kijken naar porno na een tijdje gaan denken dat het ‘veilig’ is naar seksueel opwindend materiaal te kijken zolang het maar geen naaktbeelden zijn. Of hij kan gaan denken dat het geen probleem is om over iets verkeerds te fantaseren zolang je het maar niet doet. In zekere zin maakt zijn verraderlijke hart dan ‘plannen voor de verlangens van het vlees’ (Rom. 13:14). Hoe voorkom je dat? Besef dat een slechte beslissing met een grote impact, zoals ernstige zonde, vaak wordt voorafgegaan door kleinere beslissingen die onverstandig zijn. Tackel het probleem dus bij die kleine beslissingen.b En druk alle ‘slechte gedachten’ de kop in, want die zijn er vaak de oorzaak van dat je verkeerd gedrag gaat goedpraten.

20. Waar kunnen we naar uitkijken, en welke hulp krijgen we nu?

²⁰ Zoals we hebben gezien, geeft Jehovah ons de kracht om verleidingen te weerstaan. En dankzij zijn barmhartigheid hebben we de hoop voor eeuwig in de nieuwe wereld te leven. Wat zal het geweldig zijn Jehovah te dienen met een zuivere geest en een zuiver hart! Tot die tijd hoef je je niet machteloos of moedeloos te voelen in je gevecht tegen verkeerde verlangens. Met Jehovah’s zegen kun je winnen!