3 De zonen van Juda waren Er, O̱nan en Se̱lah. Hij kreeg deze drie zonen bij Su̱a’s dochter, de Kanaänitische.+ Omdat Er, de eerstgeboren zoon van Juda, slecht was in Jehovah’s ogen, bracht Hij hem ter dood.+
3 De zonen van Juda waren Er, O̱nan en Se̱lah. Hij kreeg deze drie zonen bij Su̱a’s dochter, de Kanaänitische.+ Omdat Er, de eerstgeboren zoon van Juda, slecht was in Jehovah’s ogen, bracht Hij hem ter dood.+