18 Toen vertelde ik hun hoe de goede hand van mijn God op me was geweest+ en wat de koning tegen me had gezegd.+ Hierop zeiden ze: ‘Laten we gaan bouwen.’ Ze sterkten zich* dus voor het goede werk.+
18 Toen vertelde ik hun hoe de goede hand van mijn God op me was geweest+ en wat de koning tegen me had gezegd.+ Hierop zeiden ze: ‘Laten we gaan bouwen.’ Ze sterkten zich* dus voor het goede werk.+