6 Laat niet toe dat je mond je* doet zondigen+ en zeg niet in het bijzijn van de engel* dat het een vergissing was.+ Waarom zou je de ware God kwaad maken met wat je zegt zodat hij het werk van je handen moet vernietigen?+
6 Laat niet toe dat je mond je* doet zondigen+ en zeg niet in het bijzijn van de engel* dat het een vergissing was.+ Waarom zou je de ware God kwaad maken met wat je zegt zodat hij het werk van je handen moet vernietigen?+