9 Bijgevolg traden Je̱sua,+ zijn zonen en zijn broeders, [en] Ka̱dmiël en zijn zonen, de zonen van Ju̱da, als één groep op om het opzicht te hebben over degenen die het werk aan het huis van de [ware] God verrichtten, [ook] de zonen van He̱nadad,+ hun zonen en hun broeders, de levieten.