11 Terwijl de man zich aan Petrus en Johannes vastklampte, stroomde de hele menigte toe in de zogenoemde zuilengang van Salomo.+ Ze waren stomverbaasd.
11 Terwijl de man zich nu aan Pe̱trus en Joha̱nnes vastklampte, liep al het volk, dat buiten zichzelf was van verbazing, rondom hen te hoop in de zogenoemde zuilengang van Sa̱lomo.+