12 Na lange tijd stierf Juda’s vrouw, de dochter van Su̱a.+ Toen de rouwtijd voorbij was, ging Juda samen met zijn vriend, de Adullamiet Hi̱ra,+ naar zijn schaapscheerders in Ti̱mna.+
12 Zo werden de dagen vele en de dochter van Su̱a, Ju̱da’s vrouw,+ stierf; en Ju̱da hield de rouwtijd.+ Daarna ging hij op naar de scheerders van zijn schapen, hij en zijn metgezel Hi̱ra, de Adullamiet,+ naar Ti̱mna.+