39Jozef was door de Ismaëlieten+ naar Egypte gebracht.+ Een Egyptenaar die Po̱tifar heette,+ een hofbeambte van de farao en hoofd van de wachters, had hem van hen gekocht.
39Wat Jo̱zef betreft, hij werd naar Egy̱pte gebracht,+ en Po̱tifar,+ een hofbeambte van Farao,* de overste van de lijfwacht, een Egyptenaar, kocht hem ten slotte uit de hand van de Ismaëlieten+ die hem daarheen hadden gebracht.