9 Juda is een leeuwenwelp.+ Je zult je prooi eten en daarna weer opstaan, mijn zoon. Hij is gaan liggen en heeft zich uitgestrekt als een leeuw, en wie durft een leeuw wakker te maken?
9 Een leeuwenwelp is Ju̱da.+ Van de prooi, mijn zoon, zult gij stellig opkomen. Hij kromde zich, hij strekte zich uit als een leeuw* en, als een leeuw,* wie durft hem wekken?+