11 Jehovah’s engel voegde eraan toe: ‘Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Je moet hem Ismaël* noemen, want Jehovah heeft gehoord hoe zwaar je het hebt.
11 Voorts zei Jehovah’s engel ook nog tot haar: „Zie, gij zijt zwanger, en gij zult stellig een zoon baren en moet hem de naam I̱smaël*+ geven; want Jehovah heeft omtrent uw ellende gehoord.+