16 Toen hij bleef treuzelen, pakten de mannen zijn hand vast, en ook die van zijn vrouw en zijn twee dochters, want Jehovah had medelijden met hem.+ Ze brachten hem naar buiten en leidden hem de stad uit.+
16 Toen hij bleef talmen,+ grepen de mannen, omdat Jehovah mededogen met hem had,+ zijn hand en de hand van zijn vrouw en de hand van zijn twee dochters vast, waarop zij hem naar buiten brachten en buiten de stad stelden.+