3 Maar over de vruchten van de boom in het midden van de tuin heeft God gezegd:+ “Jullie mogen er niet van eten en die zelfs niet aanraken, anders zullen jullie sterven.”’
3 Maar wat [het eten] van de vrucht van de boom die in het midden van de tuin+ staat betreft, God heeft gezegd: ’GIJ moogt daarvan niet eten, neen, GIJ moogt ze niet aanraken, opdat GIJ niet sterft.’”+