2 ‘Zeg tegen de Israëlieten dat ze moeten omkeren en hun kamp moeten opslaan vóór Pi-Ha̱chiroth, tussen Mi̱gdol en de zee, tegenover Baäl-Se̱fon.+ Daar, bij de zee, moeten jullie je kamp opslaan.
2 „Spreek tot de zonen van I̱sraël, dat zij dienen om te keren en zich dienen te legeren vóór Pi-Ha̱chiroth, tussen Mi̱gdol en de zee, in het gezicht van Ba̱äl-Se̱fon.+ Daartegenover dient GIJ U te legeren bij de zee.