12 Je moet de twee stenen op de schouderstukken van de efod bevestigen als gedenkstenen voor de zonen van Israël,+ en Aäron moet hun namen vóór Jehovah als een herinnering op zijn beide schouderstukken dragen.
12 En gij moet de twee stenen op de schouderstukken van de efod zetten als gedachtenisstenen voor de zonen van I̱sraël;+ en Aä̱ron moet op zijn beide schouderstukken hun namen voor het aangezicht van Jehovah dragen, tot een gedachtenis.