34 Als er de volgende ochtend nog wat vlees van het installatieoffer of wat brood over is, dan moet je dat verbranden.+ Het mag niet gegeten worden, want het is heilig.
34 En zo er iets van het vlees van het installatieoffer en van het brood tot de morgen zou overblijven, dan moet gij het overgeblevene met vuur verbranden.+ Het mag niet gegeten worden, want het is iets heiligs.