11 Geen enkel graanoffer dat jullie aan Jehovah aanbieden, mag gezuurd zijn,+ want je mag geen zuurdesem* of honing als een vuuroffer voor Jehovah in rook laten opgaan.
11 Geen graanoffer dat GIJ aan Jehovah zult aanbieden, dient als iets gezuurds te worden bereid,+ want GIJ moogt volstrekt geen zuurdeeg en volstrekt geen honing* als een vuuroffer voor Jehovah in rook doen opgaan.