7 De priester moet verzoening voor hem doen vóór Jehovah, en hij zal vergeving krijgen voor wat hij ook maar gedaan heeft waardoor hij schuldig is geworden.’+
7 En de priester moet verzoening voor hem doen+ voor het aangezicht van Jehovah, en aldus moet het hem vergeven worden, ten aanzien van welk van alle dingen ook die hij zou kunnen doen en waardoor hij schuld op zich zou laden.”