27 ‘Als er een rund,* een schaap of een geit wordt geboren, moet die zeven dagen bij zijn moeder blijven,+ maar vanaf de achtste dag zal het dier met goedkeuring als offer worden aanvaard, als vuuroffer voor Jehovah.
27 „Wordt er een stier of een jonge ram of een geit geboren, dan moet het zeven dagen onder zijn moeder blijven,+ maar van de achtste dag af en daarna zal het met goedkeuring als offergave, een vuuroffer voor Jehovah, worden aanvaard.