12 Op de derde dag moet hij zich reinigen met het water,* en op de zevende dag zal hij rein zijn. Maar als hij zich op de derde dag niet reinigt, dan zal hij op de zevende dag niet rein zijn.
12 Zo iemand dient zich op de derde dag daarmee te reinigen,+ en op de zevende dag zal hij rein zijn. Maar indien hij zich op de derde dag niet zal reinigen, dan zal hij op de zevende dag niet rein zijn.