11 “Het volk dat uit Egypte is gekomen, bedekt de aardbodem.* Kom hiernaartoe en vervloek ze voor mij.+ Misschien kan ik ze dan aanvallen en verdrijven.”’
11 ’Zie! Het volk dat uit Egy̱pte komt, en het bedekt de aarde zover het oog reikt.+ Kom nu toch, verwens het toch voor mij.+ Misschien kan ik er dan tegen strijden en zal ik het werkelijk verdrijven.’”