9 De zonen van Eli̱ab waren Ne̱muël, Da̱than en Abi̱ram. Deze Da̱than en Abi̱ram waren afgevaardigden van de gemeenschap die zich samen met Korachs aanhangers+ tegen Mozes+ en Aäron hadden verzet toen ze zich tegen Jehovah verzetten.+
9 En de zonen van Eli̱ab: Ne̱muël en Da̱than en Abi̱ram. Deze Da̱than+ en Abi̱ram+ waren opgeroepenen van de vergadering, die strijd voerden tegen Mo̱zes en Aä̱ron in de vergadering van Ko̱rach,+ toen zij strijd voerden tegen Jehovah.