33 Jullie mogen het land waarin jullie wonen niet ontheiligen, want bloed ontheiligt het land,+ en voor bloed dat op het land vergoten is, kan alleen verzoening worden gedaan door het bloed van degene die het vergoten heeft.+
33 En GIJ moogt het land waarin GIJ zijt,* niet bezoedelen; want bloed, dát bezoedelt het land,+ en voor het land is geen verzoening mogelijk ten aanzien van het bloed dat daarop vergoten is dan door het bloed van hem die het vergoten heeft.+