18 Ik gaf jullie toen deze opdracht: “Jehovah, je God, heeft jullie dit land gegeven om het in bezit te nemen. Al jullie dappere mannen zullen zich bewapenen en oversteken vóór jullie broeders, de Israëlieten, uit.+
18 Daarom gebood ik ulieden toentertijd en zei: ’Jehovah, UW God, heeft U dit land gegeven om het in bezit te nemen. GIJ zult toegerust vóór UW broeders, de zonen van I̱sraël, uit naar de overkant trekken, alle dappere mannen.*+