30 Die liggen aan de andere kant van de Jordaan, in de richting van het westen,* in het land van de Kanaänieten die in de Ara̱ba wonen, tegenover Gi̱lgal, naast de grote bomen van Mo̱ré.+
30 Liggen ze niet aan de zijde van de Jorda̱a̱n in de richting van de ondergang der zon, in het land van de Kanaänieten die in de Ara̱ba+ wonen, tegenover Gi̱lgal,+ naast de grote bomen van Mo̱ré?*+