15 Slechts wanneer uw ziel er hevig naar verlangt, moogt gij slachten,+ en gij moet vlees eten overeenkomstig de zegen van Jehovah, uw God, die hij u gegeven heeft, binnen al uw poorten. De onreine+ en de reine mogen daarvan eten, zoals van de gazelle en zoals van het hert.+