16 „Dit heeft de hele vergadering van Jehovah+ gezegd: ’Wat is dit voor een daad+ van ontrouw die GIJ tegen de God van I̱sraël hebt begaan, dat GIJ U heden van het volgen van Jehovah afkeert+ doordat GIJ een altaar voor U bouwt,+ om heden weerspannig tegen Jehovah te zijn?