2 En jullie mogen geen verbond sluiten met de bewoners van dit land+ en jullie moeten hun altaren afbreken.”+ Maar jullie hebben niet naar me geluisterd.+ Hoe hebben jullie dat kunnen doen?
2 En GIJ, van UW kant, moogt geen verbond sluiten met de bewoners van dit land.+ Hun altaren dient GIJ af te breken.’+ Maar GIJ hebt niet naar mijn stem geluisterd.+ Waarom hebt GIJ dit gedaan?+