23 Haar man Elka̱na zei tegen haar: ‘Doe wat je het beste lijkt.* Blijf maar thuis tot je hem niet meer zelf voedt. Mag Jehovah doen wat je hebt gezegd.’ Ze bleef dus thuis en voedde haar zoon tot hij geen borstvoeding meer kreeg.
23 Hierop zei Elka̱na, haar man,+ tot haar: „Doe wat goed is in uw ogen.+ Blijf thuis totdat gij hem speent. Moge Jehovah slechts zijn* woord gestand doen.”+ De vrouw bleef dus thuis en bleef haar zoon zogen totdat zij hem speende.+