3 Toen de Asdodieten de volgende dag vroeg opstonden, zagen ze dat Da̱gon voorover op de grond gevallen was, vóór de ark van Jehovah.+ Ze tilden het beeld op en zetten het weer op zijn plek.+
3 Toen stonden de Asdodieten de dag daarop vroeg op,* en zie, Da̱gon was op zijn gezicht ter aarde gevallen vóór de ark van Jehovah.+ Zij namen* Da̱gon dus en zetten hem weer op zijn plaats.+