49 David stak zijn hand in zijn tas, haalde er een steen uit en slingerde die weg. De steen trof het voorhoofd van Goliath en drong in zijn hoofd. En hij viel voorover op de grond.+
49 Toen stak Da̱vid zijn hand in zijn tas en nam er een steen uit en slingerde die weg, zodat hij de Filistijn in zijn voorhoofd trof,+ en de steen drong in zijn voorhoofd,* waarna hij op zijn gezicht ter aarde viel.+