18 Abi̱gaïl+ nam snel 200 broden, twee grote kruiken wijn, vijf geslachte schapen, vijf sea* geroosterd graan, 100 rozijnenkoeken en 200 koeken van samengeperste vijgen, en laadde alles op de ezels.+
18 Terstond haastte Abi̱gaïl+ zich en nam tweehonderd broden en twee grote kruiken wijn+ en vijf toebereide schapen+ en vijf sea-maten* geroosterd+ koren en honderd rozijnenkoeken+ en tweehonderd koeken van samengeperste vijgen+ en legde dat alles op de ezels.