12 Ook gaven ze hem een stuk koek van samengeperste vijgen en twee rozijnenkoeken. Nadat hij had gegeten, kwam hij weer op krachten.* Hij had namelijk al drie dagen en drie nachten niets gegeten of gedronken.
12 Verder gaven zij hem een schijf van een koek van samengeperste vijgen en twee rozijnenkoeken.+ Toen at hij en zijn geest+ kwam in hem terug; want hij had drie dagen en drie nachten geen brood gegeten en geen water gedronken.