21 Want wie heeft Abime̱lech,+ de zoon van Jerubbe̱seth,+ gedood? Het was toch een vrouw die van de muur een maalsteen op hem gooide, waardoor hij in Te̱bez stierf? Waarom moesten jullie je zo dicht bij de muur wagen?” Dan moet je zeggen: “Uw dienaar, de Hethiet Uri̱a, is ook omgekomen.”’