5 Intussen werd Ado̱nia,+ de zoon van Ha̱ggith, overmoedig. ‘Ik zal koning worden!’, zei hij. Hij liet voor zichzelf een wagen maken en zorgde voor ruiters en 50 man die voor hem uit moesten lopen.+
5 Intussen verhief Ado̱nia,+ de zoon van Ha̱ggith,+ zich+ en zei: „Ík zal als koning regeren!”+ En hij liet zich vervolgens een wagen maken, met ruiters en vijftig man die voor hem uit moesten lopen.+