4 Toen hij oud was,+ brachten zijn vrouwen hem ertoe* andere goden te aanbidden.+ Zijn hart was niet onverdeeld met* Jehovah, zijn God, zoals het hart van zijn vader David.
4 Nu geschiedde het toen Sa̱lomo oud werd,+ dat zijn eigen vrouwen zijn hart tot het volgen van andere goden+ hadden geneigd;+ en zijn hart bleek niet onverdeeld+ met Jehovah, zijn God, te zijn, zoals het hart van zijn vader Da̱vid.