18 Toen ze een gesprek met de koning eisten, kwamen hofmeester E̱ljakim,+ de zoon van Hilki̱a, secretaris Se̱bna+ en kroniekschrijver Jo̱ah, de zoon van Asaf, naar hen toe.
18 Nu riepen zij tot de koning, maar wie tot hen uitkwamen, waren E̱ljakim,+ de zoon van Hilki̱a,* die over de huishouding ging, en Se̱bna,+ de secretaris, en Jo̱ah, de zoon van A̱saf, de geschiedschrijver.