2 Koningen 4:28 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 28 Toen zei ze: ‘Heb ik mijn heer soms om een zoon gevraagd? Heb ik niet gezegd: “U moet mij geen valse hoop geven”?’+ 2 Koningen 4:28 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 28 Zij zei nu: „Heb ik door bemiddeling van mijn heer soms om een zoon gevraagd? Heb ik niet gezegd: ’Gij moet mij geen valse hoop doen koesteren’?”+
28 Toen zei ze: ‘Heb ik mijn heer soms om een zoon gevraagd? Heb ik niet gezegd: “U moet mij geen valse hoop geven”?’+
28 Zij zei nu: „Heb ik door bemiddeling van mijn heer soms om een zoon gevraagd? Heb ik niet gezegd: ’Gij moet mij geen valse hoop doen koesteren’?”+