27 De melaatsheid van Naä̱man+ zal daarom voor eeuwig op jou en je afstammelingen overgaan.’ Meteen ging Geha̱zi naar buiten, melaats, zo wit als sneeuw.+
27 Daarom zal de melaatsheid+ van Naä̱man u en uw nageslacht tot onbepaalde tijd aankleven.”+ Onmiddellijk ging hij van voor zijn aangezicht naar buiten, een melaatse wit als sneeuw.+