18 Toen kwam de geest op Ama̱sai,+ het hoofd van de dertig, en hij zei:
‘We horen bij jou, David, en we staan aan jouw kant, zoon van I̱saï.+
Vrede, vrede voor jou, en vrede voor wie jou helpt,
want je God helpt je.’+
David nam ze in zijn troepen op en stelde ze als hoofd aan.