9 Toen zei Ama̱zia tegen de man van de ware God: ‘Maar die 100 talenten dan, die ik aan de troepen van Israël heb gegeven?’ De man van de ware God antwoordde: ‘Jehovah kan je veel meer geven dan dat.’+
9 Hierop zei Ama̱zia+ tot de man van de [ware] God: „Maar wat dan te doen met het oog op de honderd talenten die ik aan de troepen van I̱sraël heb gegeven?”+ Hierop zei de man van de [ware] God: „Bij Jehovah bestaat het middel u veel meer te geven dan dit.”+