3 De koning gaf een deel van zijn eigen bezit voor de brandoffers,+ waaronder de ochtend- en de avondoffers,+ en ook de brandoffers voor de sabbat,+ de nieuwemaan+ en de feesten,+ zoals voorgeschreven in de wet van Jehovah.
3 En er was een deel van de koning van zijn eigen have+ voor de brandoffers,+ voor de brandoffers van ’s morgens+ en ’s avonds, en ook de brandoffers voor de sabbatten+ en voor de nieuwe manen+ en voor de feesttijden,+ naar hetgeen geschreven staat in de wet van Jehovah.+