20 Hij gaf het volgende bevel aan Hilki̱a, aan Ahi̱kam,+ de zoon van Sa̱fan, aan A̱bdon, de zoon van Micha, aan secretaris Sa̱fan en aan Asa̱ja, de dienaar van de koning:
20 Toen gebood de koning Hilki̱a+ en Ahi̱kam,+ de zoon van Sa̱fan, en A̱bdon, de zoon van Mi̱cha, en Sa̱fan,+ de secretaris,+ en Asa̱ja,+ de dienaar van de koning, en zei: