12 Ik stond ’s nachts op, samen met een paar mannen, en ik vertelde aan niemand wat mijn God me had ingegeven* voor Jeruzalem te doen. Er was geen ander dier bij me dan het dier waarop ik reed.
12 Toen stond ik in de nacht op, ik en nog enkele mannen met mij, en ik vertelde aan geen mens+ wat mijn God mij in het hart gaf om voor Jeru̱zalem te doen,+ en er was geen huisdier bij mij, behalve het huisdier waarop ik reed.