25 Achter hem voerde Pa̱lal, de zoon van U̱zai, herstellingswerk uit tegenover de Steunbeer en de toren die vanaf het Huis* van de Koning uitsteekt,+ de hoge toren die bij het Hof van de Wacht+ hoort. Daarachter werkte Peda̱ja, de zoon van Pa̱ros.+
25 [Na hem] was Pa̱lal, de zoon van U̱zai, [bezig met herstellingswerk] tegenover de Steunbeer en de toren die van het Huis van de Koning+ uitsteekt, de hoge die bij het Voorhof van de Wacht+ behoort. Na hem was er Peda̱ja, de zoon van Pa̱ros.+