12 en hun broeders die in het huis werkten, in totaal 822. En Ada̱ja, de zoon van Jero̱ham, zoon van Pela̱lja, zoon van A̱mzi, zoon van Zachari̱a, zoon van Pa̱shur,+ zoon van Malki̱a,
12 en hun broeders, die het werk in het huis verrichtten,+ achthonderd tweeëntwintig; en Ada̱ja, de zoon van Jero̱ham,+ de zoon van Pela̱lja, de zoon van A̱mzi, de zoon van Zachari̱a, de zoon van Pa̱shur,+ de zoon van Malki̱a,+