22 De opziener van de Levieten in Jeruzalem was U̱zzi, de zoon van Ba̱ni, zoon van Hasa̱bja, zoon van Matta̱nja,+ zoon van Micha, van de zonen van Asaf, de zangers. Hij had de leiding over het werk in het huis van de ware God.
22 En de opziener+ van de levieten in Jeru̱zalem was U̱zzi, de zoon van Ba̱ni, de zoon van Hasa̱bja, de zoon van Matta̱nja,+ de zoon van Mi̱cha,+ van de zonen van A̱saf,+ de zangers,+ met betrekking tot het werk in het huis van de [ware] God.