2 Dat was nadat koning Jecho̱nja,+ de koningin-moeder,*+ de hofbeambten, de leiders van Juda en Jeruzalem, de ambachtslieden en de metaalbewerkers* uit Jeruzalem waren weggegaan.+
2 nadat koning Jecho̱nja+ en de Vrouwe+ en de hofbeambten, de vorsten van Ju̱da en Jeru̱zalem,+ en de handwerkslieden en de bouwers van bolwerken+ uit Jeru̱zalem waren weggetrokken.